Ik zal het maar meteen bekennen; dit stukje gaat niet
zozeer over een specifieke wandeling. Het gaat over een plek waar vele
prachtige wandelingen starten. Dit blog gaat over het Parkrestaurant van het Nationaal
Park de Hoge Veluwe. Dat restaurant dat een paar jaar geleden nog een begrip
was onder de naam De Koperen Kop, naar een kunstwerk dat vlak bij de ingang
stond. Dat restaurant gaat tegen de vlakte en dat doet mij als vaste bezoeker
toch een beetje pijn.
De wandelingen
Om even in de geest van dit blog te blijven even iets
over de wandelingen die hier starten. Dat zijn er wel aan aantal. In latere
blogs zal ik bij deze prachtige wandelingen wat uitgebreider stilstaan. Het
maakt niet zoveel uit welke je kiest, ze zijn allemaal mooi. Wat dacht je
bijvoorbeeld van de rondwandeling naar het Jachtslot Sint Hubertus of het
Landschappenpad waarbij je ook langs de graven van Anton en Helene Kröller-Müller
komt. Zonder hen was dit park er niet geweest. En er zijn meer
wandelmogelijkheden vanaf hier, maar dat lees je in komende blogs wel.
Einde van een lange geschiedenis
De gemiddelde wandelaar begint en eindigt zijn wandeling
bij het Parkrestaurant. Toegegeven, er staan indrukwekkender gebouwen in het
Nationaal Park De Hoge Veluwe, zoals bijvoorbeeld het eerder genoemde jachtslot
Sint Hubertus. Zelfs de hoge muren van het museum dat er nooit is gekomen staan waarschijnlijk meer in het geheugen gegrift dan het Parkrestaurant. Want dat is
maar een gewoon restaurant. Het was er altijd al. Sinds 1 augustus 1948 om
precies te zijn toen het door koningin Wilhelmina geopend werd. Het staat er al
zo lang dat het gewoon is geworden. Het is
een vanzelfsprekendheid waar je geen aandacht aan besteedt. Tot nu, nu het
duidelijk is dat dit eenvoudige houten gebouw voorgoed zal verdwijnen.
Gezellig bij het haardvuur of op het terras
Ik kwam er vaak. In de winter zaten we regelmatig vlakbij
het knapperende haardvuur voor de ramen naar de koolmezen te kijken die van de
netjes kwamen snoepen. In de zomer hipten mussen brutaal over het terras in de
hoop wat van mijn diner te krijgen.
Het restaurant hoort gewoon bij de sfeer van de Hoge Veluwe. Zijn wat
donkere inrichting doet denken aan de kamer in een jachthuis. Het eten is
eenvoudig maar het vult de hongerige fietser en wandelaar. Hele generaties zijn
hier hun dag begonnen of sloten hier hun uitje af. En dan heb ik het niet
alleen over Nederlanders. Japanners, Duitsers, Britten, Amerikanen, ze aten
hier een oer-Hollands frietje of pannenkoek na hun bezoek aan het museum of na
hun wankele fietstochtje naar het jachtslot.Het is voorbij
Vele duizenden mensen hebben in dit gebouw gezeten. Al
die toeristen en natuurliefhebbers denken hopelijk met warme gevoelens terug
aan hun dag op de Hoge Veluwe. De komende jaren zullen er hopelijk nog veel
meer bezoekers komen. Maar zij zullen nooit dat sfeervolle Parkrestaurant
bezoeken. Dat gaat verdwijnen. Ervoor in de plaats komt een groter, beter
restaurant. En dat is nodig. Op drukke dagen is het huidige gebouw te klein.
Maar toch: het is een stukje nostalgie dat over een paar weken alleen nog
bekeken kan worden op foto’s. En dat doet mij als vaste bezoeker toch een
beetje pijn!